Oppervlaktevereisten:
Het oppervlak moet vlak zijn, vrij van spanning, luchtbellen,
Vouwen, scherpe randen, bramen, ruwheid, schadelijk
gewrichten zijn enz. Voor gelijmde installatievarianten geldt de
Tevens dient de ondergrond droog en vorstvrij te zijn.

Primer:
De oppervlakteprimer FG 35 is bij de combinatie inbegrepen
de zelfklevende RESITRIX® waterdichtingsmembranen
Altijd gebruikt op een grote verscheidenheid aan oppervlakken. FG35 is er één
Oplosmiddelhoudende primer op basis van synthetisch rubber
en harsen. Voor gebruik op EPS moet de FG40 worden gebruikt. Deze kan op aanvraag worden besteld.

Kies tussen het origineel of ons goedkopere eigen merk: HSS® Primer SprayPrimer (met goedkeuring)

Aanbrengen van het zelfklevende waterdichtingsmembraan RESITRIX®
SK W Volledige Bond. Nadat de oppervlakteprimer is aangebracht en uitgedampt, worden de stroken met de gespecificeerde dekking uitgerold en uitgelijnd. Vervolgens moet de op de achterkant aangebrachte scheidingsfolie worden verwijderd.

Belangrijke opmerking: SK W Full Bond kan ook op de ondergrond worden gelast. Voor meer veiligheid kan het gehele oppervlak vloeibaar worden gemaakt en waterdicht worden verlijmd. Wanneer de naden en randverbindingen netjes zijn vervaardigd is dit echter geen absolute vereiste.

Stap voor stap:

1. Nadat de oppervlakteprimer voldoende is verdampt, rolt u de waterdichtingsmembranen uit met een overlapbreedte van 50 mm of 80 mm bij EPS-isolatiematerialen. Vouw de eerste meter membraan om en verwijder de scheidingsfolie aan de onderkant.

2. Met beide handen de eerste meter baan gelijkmatig en kreukvrij terugvouwen. Druk dit gebied aan, bijvoorbeeld met een bezem. Het correct aandrukken en aandraaien heeft een grote invloed op het latere montageresultaat!

3. Rol de overige stroken uit. De eerste persoon controleert of corrigeert nogmaals het exacte verloop van de baan door de baan iets op te tillen en aan te spannen (let op de overlapbreedte van 50 of 80 mm!). De tweede persoon trekt de lossingsfolie diagonaal in de lengterichting af.

4. Druk de baan aan, bijvoorbeeld met een bezem of aandrukrol, beginnend in het midden van de baan naar de buitenkant toe om luchtbellen te voorkomen.
De overlappingen worden vervolgens gelast met een breedte van 40 mm (met een mondstukbreedte van de lasmachine van eveneens 40 mm).

Lassen met een handlasapparaat:
Er moet in ieder geval altijd vooraf een proeflas worden uitgevoerd
is uitgevoerd. Selecteer een instelling
Lastemperatuur tussen ca. 500 ºC en maximaal 700 ºC.
De optimale instelling is afhankelijk van de omgevingstemperatuur,
de windomstandigheden en de aard van de grond.

• Leid het lasmondstuk in een hoek van ca. 45º in de overlap.

• Geleid de rol evenwijdig aan de membraanrand (afstand ca. 2 mm).

• Aan de rand van het membraan is duidelijk een bitumenrups van ca. 2-4 mm zichtbaar (zichtbare naadinspectie).

• De afstand tussen het lasmondstuk en de siliconen aandrukrol bedraagt ​​ca. 20-40 mm.

De montage-instructies voor hoeken en aansluitingen vindt u in de montagehandleiding vanaf pagina 39 e.v.

Voor de installatiehandleiding: klik hier .

De RESITRIX afvoerelementen zijn voorzien van een afdichtingsflens. Deze kunnen net als de membranen over het gehele oppervlak worden gelast. Voor de uittredende lasrups gelden dezelfde regels als voor de vorige naadverbinding.

Putten met een metalen flens kunnen worden afgedekt en afgedicht met een deel van het oppervlaktemembraan.

Dezelfde regels gelden ook voor buismanchetten en andere dakdoorvoeren met metalen flenzen.